Nu het weer voorjaar is en alles om ons heen tot bloei is gekomen, is het tijd voor macrofotografen om de camera af te stoffen en op pad te gaan om de wereld in het klein vast te leggen. Maar waar let je op? In deze blog, geschreven door onze collega Jerom, geven we een aantal praktische tips om meteen van start te kunnen! De foto hierboven is gemaakt door onze collega Misja Smits!
Macrofotografie is het fotograferen van (kleine) onderwerpen van zeer dichtbij. Hiervoor is een macrolens ideaal. In tegenstelling tot een ‘normale’ lens kan een macrolens je onderwerp op ware grootte vastleggen. Een gangbare macrolens heeft een afbeeldingsmaatstaf van 1:1, wat betekent dat 1 centimeter in het echt ook als 1 centimeter op je camerasensor wordt weergegeven. Hierdoor kun je enorm veel detail vastleggen. Naast de veelvoorkomende vergroting van 1:1 zijn er ook lenzen die verder gaan, zoals 2:1 of zelfs 5:1. Daarmee kun je nog kleinere details haarscherp in beeld brengen.
Naast macrolenzen kun je ook gebruikmaken van accessoires zoals tussenringen (die de afstand tussen lens en sensor vergroten), omkeerringen (waarmee je een normale lens omgekeerd op de camera plaatst) of balgapparaten (verstelbare verlengstukken voor extreme vergroting). Deze hulpmiddelen zorgen ervoor dat je dichter op je onderwerp kunt scherpstellen en een hogere vergroting bereikt. Houd er wel rekening mee dat je hierdoor vaak licht verliest, de scherptediepte kleiner wordt én je meestal handmatig moet scherpstellen.
Hieronder hebben we een aantal tips voor je op een rij gezet:
1. Lees je in
Of het nu een bloem of een vlinder is, het is waardevol én leuk om te begrijpen hoe je onderwerp is opgebouwd en zich gedraagt. Door je goed in te lezen, weet je bovendien waar en wanneer je het kunt vinden in het landschap - en vergroot je de kans op een geslaagde foto.
2. Maak een planning
Als macrofotograaf ben je veelal in de natuur. Daarom is het belangrijk dat je rekening houdt met de dagindeling van de natuur. ‘s Ochtends moeten insecten eerst opwarmen van de nachtelijke kou en vochtigheid waardoor ze minder bewegen; ideaal voor macrofotografie. Wanneer insecten zijn opgewarmd -beetje zoals de mens met een kop koffie achter de kiezen- gaan ze de wijde wereld in en wordt het moeilijker om ze vast te leggen. Daarom is het belangrijk om als macrofotograaf een tijdsplanning te maken zodat je alle mogelijke fotografie kansen optimaal kan benutten. Als je insecten vast wil leggen kun je het beste vroeg in de ochtend beginnen. Maar als je bloemen fotografeert kun je naar de mooiste posities van de zon kijken. Hiervoor is het gouden uur weer heel interessant.
3. Speel met lichtinval
’S ochtends is het licht vaak zachter, waardoor de fijne details van je onderwerp beter zichtbaar worden. Naast natuurlijk licht gebruiken veel macrofotografen ook kleine lampjes om meer controle over de belichting te krijgen. Kleine kubuslampjes zijn hierbij populair: ze stellen je in staat om het licht heel gericht te plaatsen. Ze kunnen wel harde reflecties veroorzaken, maar die kun je vaak verminderen of verwijderen met een polarisatiefilter of een reflectiescherm. We raden aan om altijd een reflectiescherm op zak te hebben. Deze kun je op verschillende manieren gebruiken. Als invullicht, maar ook om schaduwen te creëren. Maar het aller belangrijkste is een witte paraplu. Deze kun je óver je onderwerp zetten voor zachter licht én beschermt de bloem of je onderwerp tegen de wind.
4. Stel handmatig scherp
Scherpstellen komt erg nauw bij macrofotografie. Doordat je werkt met heel kleine focusafstanden en macrovergrotingen kan je scherptediepte erg nauw komen. Zo kunnen de ogen van een insect scherp zijn, maar de achterkant van het lijf niet. De minste of geringste beweging kan dan ervoor zorgen dat je ogen niet meer perfect scherp zijn. Vandaar dat het aangeraden wordt om handmatig scherp te stellen en te werken met functies als live view, focus peaking óf macro instel slede.
5. Kies zorgvuldig je diafragma
Vanwege de nauwe scherptediepte bij macrofotografie is het vaak noodzakelijk te fotograferen op diafragma waardes van f/8 tot f/16. Bij een diafragma, groter dan f/8, is er vaak sprake van een te weinig scherptediepte, waardoor vaak te veel van je onderwerp onscherp zal zijn. Het allerkleinste diafragma betekent niet altijd scherper. Een lens presteert vaak optimaal op het middelste getal van de reeks.
Tip: Sommige modernere cameramodellen beschikken over de functie focus bracketing. Deze camera maakt dan automatisch een reeks foto’s, elk met een ander focuspunt. Met editing-software kun je de beelden naderhand combineren. Mocht je camera deze functie niet hebben, dan kan je dezelfde resultaten bereiken door handmatig meerdere foto’s te maken met verschillende focuspunten. OM System heeft hele uitgebreide focus stacking functies ingebouwd in hun camera's.
6. Wees voorbereid op lange sluitertijden
Werken met kleinere diafragma instellingen leidt tot langere sluitertijden. Om ervoor te zorgen dat je door camerabewegingen geen onscherpe beelden krijgt, is het verstandig om een statief te gebruiken voor macrofotografie. Houd daarnaast ook rekening met bewegingen veroorzaakt door wind.
7. Kijk voorbij je onderwerp
Verlies jezelf niet in je onderwerp. Besteed ook aandacht aan de voor- en achtergrond en hoe deze de compositie beïnvloedt. Een goedgekozen voor- en achtergrond ondersteunt het onderwerp visueel. Als voorbeeld: de onderstaande foto, gemaakt door collega Steijn, waarin een simpele zilverfolie-achtergrond zorgt voor een creatief effect.
Met bovenstaande tips kun je nu hopelijk je macrofotografie naar een hoger niveau tillen. Trek de natuur in, maak foto’s en stuur ze door. Zoals je gewend bent van ons, zien we graag je foto's!
Conclusie
- Door je goed in te lezen, weet je waar je je onderwerp kunt vinden in het landschap.
- Houd rekening met de dagindeling van de natuur. Begin vroeg in de ochtend met het vastleggen van insecten en fotografeer wanneer het vervolgens opwarmt bijvoorbeeld bloemen.
- Maak optimaal gebruik van lichtinval door zacht ochtendlicht, gerichte lampjes en hulpmiddelen zoals een polarisatiefilter, reflectiescherm of witte paraplu te gebruiken voor controle over belichting, reflecties en schaduw.
- Stel handmatig scherp voor maximale precisie, omdat kleine focusafstanden en beperkte scherptediepte snel tot onscherpte leiden.
- Kies bij macrofotografie zorgvuldig je diafragma, idealiter tussen F/8 en F/16, voor voldoende scherptediepte en optimale lensprestaties.
- Wees voorbereid op langere sluitertijden bij kleine diafragma’s en voorkom onscherpte door een statief te gebruiken en rekening te houden met wind.
- Let niet alleen op je onderwerp, maar betrek ook voor- en achtergrond in je compositie om het beeld visueel sterker en creatiever te maken.