Het polarisatiefilter, waarom en hoe te gebruiken?

Het korte verhaal

Een polarisatiefilter werkt heel makkelijk en intuïtief: schroef het op de lens en draai aan het filter om het effect aan en uit te zetten. Dat effect kun je het beste vergelijken met een zonnebril: op zonnige dagen krijgen je foto's een mooier contrast. Maar het gaat verder: je kunt reflecties echt je beeld uit filteren. Daarmee kun je beter door glas en water heen fotograferen. Ook wordt de lucht dieper blauw en is er een mooier contrast met de wolken. Hieronder zie je enkele voorbeelden van hoe mooi zo'n filter werkt.

Zonder polarisatiefilter

Met polarisatiefilter

Zonder polarisatiefilter

Met polarisatiefilter

Zonder polarisatiefilter

Met polarisatiefilter

Het lange verhaal

Als je langer met een polarisatiefilter werkt, zul je merken dat het effect de ene keer geweldig is en dat je het de andere keer nauwelijks ziet. Je krijgt vanzelf wel gevoel voor hoe dat in elkaar steekt, maar we gaan graag wat dieper in op hoe dat werkt en hoe je dus het maximale uit je polarisatiefilter kunt halen.

Wat doet een polarisatiefilter?

Technisch doet een polarisatiefilter het volgende: "het helpt om reflecties en schitteringen te verminderen door licht te filteren dat gepolariseerd is door reflectie van een oppervlak dat niet metaal is." Het komt er op neer dat specifieke soorten licht weggefilterd worden uit het beeld, zoals reflecties en schitteringen. Ook kan het filter het algehele contrast in een landschap verhogen.

Hoe gebruik je een polarisatiefilter?

Je kunt een filter heel eenvoudig gebruiken, maar als je exact wil weten wat je doet, wordt het wat complexer. Als je het filter oppakt merk je direct dat je aan een deel van het filter kunt draaien. Door aan het filter te draaien verander je hoe de twee glasplaten in het filter ten opzichte van elkaar staan en dat heeft effect op je beeld. Draai aan het filter terwijl je door de zoeker of op het schermpje van je camera kijkt, en je ziet het beeld direct veranderen. Simpel en effectief!

Het nadeel van deze simpele en effectieve methode is dat het de ene keer perfect werkt en de andere keer niet. Een polarisatiefilter werkt het beste als je niet richting de zon fotografeert. Kijk goed waar de zon is en ga minstens een kwartslag gedraaid staan ten opzichte van de zon. Dus je gebruikt een polarisatiefilter praktisch nooit terwijl je direct naar de zon gericht staat. Het is zelfs af te raden, aangezien het extra glas kan leiden tot extra spiegelingen of lensflare.

Zonder polarisatiefilter | 24mm | van de zon af gericht

Met polarisatiefilter | 24mm | van de zon af gericht

Zonder polarisatiefilter | 24mm | naar de zon gericht

Met polarisatiefilter | 24mm | naar de zon gericht

Ultra groothoeklenzen

Polarisatiefilters geven een mooie diepblauwe lucht, maar dit effect is niet altijd egaal. Vooral wanneer je een ultra groothoeklens gebruikt zie je een onnatuurlijk verloop van donker naar lichtblauw in de lucht. Bij het voorbeeld hieronder zie je dat de lucht rechtsboven een stuk dieper blauw is dan linksboven. De zon staat buiten beeld aan de linkerkant. Het is dus ook logisch dat die kant van de lucht minder gepolariseerd is. Let dus goed op voordat je met een ultragroothoeklens foto's gaat maken met een polarisatiefilter.

Met polarisatiefilter | 18mm

Lichtverlies

Je verliest al snel een stop licht wanneer je met een polarisatiefilter aan de slag gaat. Meestal gebruik je zo'n filter wanneer de zon fel schijnt en dan maakt dat niet uit, maar let hier wel op als je je foto's handmatig belicht. Ook is het verstandig als je minder licht hebt, om het filter eraf te draaien zodat je ISO niet te hoog wordt.